reine nust architect   work 1990-2002
 
one

In het begin van de 18e eeuw maakte Daniel Marot een nieuw ontwerp voor de tuin van het landgoed Meer en Berg. Het barokke plan had een symmetrische opzet waarbij het landhuis zelf aan één zijde van de monumentale midden-as gesitueerd was. Aan de andere zijde stonden de stalgebouwen die, doodat het parkontwerp ze nu in een prominente positie had geplaatst, aan de parkzijde moesten worden voorzien van een masker, een schijngevel die de kenmerken van het hoofdgebouw kopieerde.

In 1994 vroegen drie ondernemende gezinnen om een ontwerp voor het stallencomplex. In de gebouwen zouden drie woonhuizen, een atelier voor grafiek en stalen beelden en een zaal voor koorrepetities en uitvoeringen een plaats moeten vinden.

Daar waar ingrepen moeten worden gedaan in een monument doet de vraag zich voor welke peildatum aangehouden moet worden. Gedurende de hele bestaansgeschiedenis van een gebouw wordt er toege-voegd, gesloopt; activiteiten en gebruik veranderen. Wanneer zich dan een ingrijpende wijziging in het gebruik van een gebouw aandient moet men een oordeel uitspreken: wat is van waarde, wat kan verdwijnen. Dit kan alleen op grond van een interpretatie, een ontwerpbeslissing. In een zo van zijn geschiedenis bewuste tijd als deze is het van belang die beslissing zichtbaar te maken.

De interpretatie hier is gebaseerd op de tuin, het park dat eertijds onder regie van Daniel Marot een ingrijpende gedaanteverwisseling heeft ondergaan. Hieraan ontlenen de onderdelen van het stallencomplex hun bestaansrecht. De oorspronkelijke staat van de schijngevel is aangenomen als nulpunt. De vervallen gevel is in oude luister hersteld. Omdat oorspronkelijke bouwtekeningen ontbraken was een interpretatie nodig van wat het oorspronkelijke ontwerp geweest moest zijn op basis van aangetroffen gebouwresten en het werk van Marot. Aanbouwen die tegen de gevel waren gebouwd zijn gesloopt; in plaats daarvan is een nieuw ateliergebouw gemaakt. De stalgebouwen zijn ontdaan van in de 20er jaren aangebrachte historiserende toevoegingen, en er is achterstallig onderhoud en herstelwerk verricht.

In de gebouwen zijn de voor het wonen benodigde bouwdelen ingebracht als losse elementen, die zich nadrukkelijk onderscheiden van de oude omgeving waarin ze zich bevinden.

Opdrachtgevers: fam. Prins, fam. Thissen, fam. Van Veen

Aannemer: Compier en zn.